Als ik mensen mijn verleden vertel, kijken ze me vreemd aan. Jij? Therapie gehad? Ja hallo, ik ben niet gek hoor! Ohh... Sommige mensen denken dat je zwaar gestoord moet zijn om hulp te vragen, helaas is dat niet zo. Mensen zoals jij en ik, kunnen gewoon een boel zooi tegenkomen in hun leven. Dat maakt me niet gek of gestoord, ik begon gewoon normaal, met een boel zooi in mijn lijf en hoofd. Alleen zie je dat niet van de buitenkant.
Al mijn hele leven vecht ik tegen negatieve gevoelens, tegen deze dipjes, die een lange tijd ook een depressie was. Ik gok dat ik vanaf mijn 14e al depressieve klachten had, welke op mijn 18e erger werden, maar pas op mijn 25e werd de situatie onhoudbaar. Ik stortte volledig in, ik kon niet meer. Zo'n 2 jaar ben ik in therapie geweest, waarvan 11 maanden in deeltijdtherapie. Die therapie is mijn redding geweest, ik ben uit een diep dal gekropen, het dal van niet meer willen leven, het dal van uitzichtloosheid, het dal van pijn, zoveel pijn, het dal van de overspoelende emoties. Dit dal was vreselijk en ik hoop dat nooit meer mee te maken.
Na mijn therapie ging het langzaamaan beter. Maar ik bleef, en blijf dipjes houden. Deze dipjes, of dippen, want soms zijn ze best heftig, heb ik mijn hele leven al. Voor therapie waren ze ongecontroleerd. Paniekaanvallen en huilbuien overspoelde me, maar ik had geen idee wat er gebeurde. Nu weet ik dat wel, maar dat maakt het niet makkelijk. Want de dipjes zijn er dus nog steeds.
Nu zit ik er middenin. Het is nu 2 jaar na mijn therapie, en ik ben op dit moment vooral boos dat ik het nog steeds heb. Ik voel me heel down, er is chaos in mijn lijf. Mijn hoofd is zwaar en doet zeer, mijn gezicht staat verdrietig. Ik schiet van de ene emotie in de andere, en ik kan er niks tegen doen. Mijn buik is als een wasmachine, waar alle emoties in rondtollen. Het zorgt voor buikpijn en misselijkheid.
En ik ben moe, zo moe...
Ik MOET vooral niks doen. Naar school moeten lukt nu niet, ik raak al in paniek als ik er aan denk. Gisteren heb ik mezelf naar mijn verzorgpaard gesleept, maar eenmaal daar voelde ik de paniek alweer in mijn lijf rondgieren. Eenmaal thuis was de bank mijn veilige haven.
Die bank, dat is mijn eilandje. Urenlang kan ik vanaf de bank apathisch naar de tv staren. Ook al heb ik honger, ook al moet ik naar het toilet, ik blijf zitten, want als ik wat ga doen, gaat mijn hoofd weer nadenken en komen die kutgevoelens weer omhoog. Pas als ik bijna in mijn broek pies of kotsmisselijk wordt van de honger, sleep ik mezelf van de bank.
Nu heb ik eindelijk wat gegeten, of eerder gezegd naar binnen geduwd, want eten is ook geen succes als ik me zo slecht voel. Was ik maar op de bank blijven zitten, op mijn veilige eilandje, want nu voel ik alle zooi weer door mijn lijf heen gieren. Maar ik laat het er niet bij zitten, en daarom ben ik dit maar gaan schrijven, in de hoop om het van me af te zetten. Maar helaas, heel veel beter wordt het er niet van.
Dan maar weer naar die bank, en weer apathisch voor me uit staren. Dit keer neem ik wat eten mee, dan kan ik wat langer blijven zitten. En dat maakt het allemaal wat dragelijker, die zooi in mijn lijf. Dat mooie slanke lijf, dat is enkel de verpakking van pijn, verdriet en rotzooi. Voor nu dan, want als ik straks keihard huil, echt helemaal kapot ga, mijn gezicht zo hard fronst door de boosheid en verdriet, mijn ogen dik worden, mijn lijf schokt, daarna is het weer goed. Voor even dan.
Al mijn hele leven vecht ik tegen negatieve gevoelens, tegen deze dipjes, die een lange tijd ook een depressie was. Ik gok dat ik vanaf mijn 14e al depressieve klachten had, welke op mijn 18e erger werden, maar pas op mijn 25e werd de situatie onhoudbaar. Ik stortte volledig in, ik kon niet meer. Zo'n 2 jaar ben ik in therapie geweest, waarvan 11 maanden in deeltijdtherapie. Die therapie is mijn redding geweest, ik ben uit een diep dal gekropen, het dal van niet meer willen leven, het dal van uitzichtloosheid, het dal van pijn, zoveel pijn, het dal van de overspoelende emoties. Dit dal was vreselijk en ik hoop dat nooit meer mee te maken.
Na mijn therapie ging het langzaamaan beter. Maar ik bleef, en blijf dipjes houden. Deze dipjes, of dippen, want soms zijn ze best heftig, heb ik mijn hele leven al. Voor therapie waren ze ongecontroleerd. Paniekaanvallen en huilbuien overspoelde me, maar ik had geen idee wat er gebeurde. Nu weet ik dat wel, maar dat maakt het niet makkelijk. Want de dipjes zijn er dus nog steeds.
Nu zit ik er middenin. Het is nu 2 jaar na mijn therapie, en ik ben op dit moment vooral boos dat ik het nog steeds heb. Ik voel me heel down, er is chaos in mijn lijf. Mijn hoofd is zwaar en doet zeer, mijn gezicht staat verdrietig. Ik schiet van de ene emotie in de andere, en ik kan er niks tegen doen. Mijn buik is als een wasmachine, waar alle emoties in rondtollen. Het zorgt voor buikpijn en misselijkheid.
En ik ben moe, zo moe...
Ik MOET vooral niks doen. Naar school moeten lukt nu niet, ik raak al in paniek als ik er aan denk. Gisteren heb ik mezelf naar mijn verzorgpaard gesleept, maar eenmaal daar voelde ik de paniek alweer in mijn lijf rondgieren. Eenmaal thuis was de bank mijn veilige haven.
Die bank, dat is mijn eilandje. Urenlang kan ik vanaf de bank apathisch naar de tv staren. Ook al heb ik honger, ook al moet ik naar het toilet, ik blijf zitten, want als ik wat ga doen, gaat mijn hoofd weer nadenken en komen die kutgevoelens weer omhoog. Pas als ik bijna in mijn broek pies of kotsmisselijk wordt van de honger, sleep ik mezelf van de bank.
Nu heb ik eindelijk wat gegeten, of eerder gezegd naar binnen geduwd, want eten is ook geen succes als ik me zo slecht voel. Was ik maar op de bank blijven zitten, op mijn veilige eilandje, want nu voel ik alle zooi weer door mijn lijf heen gieren. Maar ik laat het er niet bij zitten, en daarom ben ik dit maar gaan schrijven, in de hoop om het van me af te zetten. Maar helaas, heel veel beter wordt het er niet van.
Dan maar weer naar die bank, en weer apathisch voor me uit staren. Dit keer neem ik wat eten mee, dan kan ik wat langer blijven zitten. En dat maakt het allemaal wat dragelijker, die zooi in mijn lijf. Dat mooie slanke lijf, dat is enkel de verpakking van pijn, verdriet en rotzooi. Voor nu dan, want als ik straks keihard huil, echt helemaal kapot ga, mijn gezicht zo hard fronst door de boosheid en verdriet, mijn ogen dik worden, mijn lijf schokt, daarna is het weer goed. Voor even dan.